Hoe doe je dat?
Als je kind op de opvang, basisschool of middelbare school zit, word je jaarlijks een keer of drie uitgenodigd voor een oudergesprek/tien-minutengesprek. Hét moment, om samen met de pedagogisch professional, leerkracht of mentor door te nemen hoe het met je kind gaat. Op school én thuis. Het zijn korte gesprekken, maar met deze tips weet je zeker dat je er alles uithaalt:
a. Ga bij jezelf en je partner na, wàt je graag wilt weten of vertellen. Vraag ook aan je kind, wat het denkt dat de juf of meester zal zeggen of vragen. En of het zelf vragen heeft, of ergens mee zit.
b. Schrijf je punten op en neem je lijstje eventueel mee als houvast voor het gesprek.
a. Kom op tijd! De planning van oudergesprekken luistert vaak nauw, voor leerkrachten én ouders.
b. Benader het gesprek en de leerkracht positief: jullie zijn beiden verantwoordelijk zijn voor de sfeer waarin het gesprek gevoerd wordt en hebben beiden het welzijn van je kind voor ogen.
a. Gebruikt de leerkracht termen, die je niet kent? Vraag gewoon wat hij of zij bedoelt: veel leerkrachten hebben zelf niet door dat ze vaktaal gebruiken.
b. Vind je dat de leerkracht te vaag is? Vraag om helderheid en voorbeelden. “Wat bedoelt u daarmee?”; “Kunt u een voorbeeld geven?”.
a. Een oudergesprek is tweerichtingsverkeer. Luister naar het verhaal van de leerkracht en doe ook zelf je verhaal. Jullie zijn beiden deskundig als het gaat om je kind.
b. Deel met de leerkracht hoe je kind thuis is, welke interesses en onzekerheden het heeft, hoe open of gesloten, temperamentvol of angstig het is. Waar het goed, en waar het minder goed op reageert. Met jouw informatie leert de leerkracht jouw kind ook op een andere manier kennen.
c. Als het mag, neem dan je kind eens mee en laat het zelf zijn verhaal doen.
d. Hoe kan je als ouder helpen? Wat kan school doen? Als je zo samen afspraken maakt, help je je kind het beste.
a. Blijf uit de sfeer van verwijten en heftige emoties. Vaak staan die een goed gesprek in de weg.
b. Juist als je een heftig gesprek verwacht, neem dan iemand mee die de rust kan bewaren.
c. Richt je op het vinden van een oplossing in plaats van op het aanwijzen van een schuldige.
d. Gebruik kritiek als opstap naar een oplossing, of zie het als een vraag om meer informatie.
e. Verpak kritiek zelf als een vraag of observatie: “Wat ik zie… “Kan het zijn dat…?”
f. Stel je open voor suggesties ten aanzien van je kind, maar bewaak wel je grenzen. Jouw huis, jouw opvoeding, jouw aanpak.
g. Vraag zelf om een plan van aanpak voor op school en deel je eigen ervaringen/suggesties.
h. Maak direct een vervolgafspraak als je merkt dat je er samen binnen tien minuten niet uitkomt.
Het is fijn om gemaakte afspraken vast te leggen zodat je er later op terug kan komen. Mail bijvoorbeeld een samenvatting van jullie gesprek naar de leerkracht.
Wat zei de juf/meester? De inhoud van het oudergesprek delen met je kind is spannend, leuk en leerzaam! Zo kun jij je kind iets teruggeven (complimentjes, aandachtspunten en eventueel hoe bepaalde problemen zullen worden aangepakt/zijn opgelost) en meteen toetsen of je kind zich in de terugkoppeling van de leerkracht herkent, het belang van dingen begrijpt en er door gemotiveerd wordt.
Overigens worden steeds meer gesprekken met het kind erbij gevoerd. Super handig en goed! Zo werk je met elkaar. Mocht je nu toch nog een keer wat willen vragen zonder je kind erbij, vraag hier dan om. Soms hoeft een kind niet alles te horen omdat het dan alleen maar groter wordt, zoals rondom pesterijen.
Ouders en Onderwijs is de belangenorganisatie van ouders met kinderen op school. Op hun website vind je veel praktische informatie, maar je kan ook terecht bij hun helpdesk voor al je vragen.
Soms loopt het niet zo goed. Soms kan je elkaar niet vinden in een gesprek. Dat is niet erg. Wat wel erg is, is zo boos worden en dan over de grens gaan. Dat kan niet. Merk je dat je zo boos wordt, vraag dan of je het gesprek op een ander moment verder kan voeren. In je boosheid kan je verkeerde dingen zeggen, die je niet terug kan nemen en dat helpt niemand. Je kan ook voorstellen om het gesprek met iemand anders te voeren, bijvoorbeeld met de intern begeleider of directeur of rector.
Onthou: Cijfers zeggen niet alles. Kijk samen verder dan die cijfers of Cito’s. Hoe gaat het met je kind? Zit het goed in zijn of haar vel? Gaat het met plezier naar school? Hoe gaat het sociaal? Cijfers zeggen echt niet alles.